30 juni 2023

De Wassenaarse golfclub Rozenstein beheert haar terrein al jaren op een duurzame manier. Voor het water en de oevers werken ze nauw samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland. “We moeten zoeken naar een goede balans, zodat er voldoende ruimte overblijft voor het golfspel, maar ook voor de natuur.” Een gesprek met baancommissaris Erik Herter en Rijnland-procesleider Mike Dijkstra, die graag ziet dat meer clubs en verenigingen deze weg inslaan.

Balans
Heerlijk een balletje golf slaan, dat is voor de leden van golfclub Rozenstein in Wassenaar het belangrijkste. Dat ze daarbij goed bewegen en de natuur kunnen beleven, komt vlak daarna op de tweede en derde plaats, zo bleek uit een landelijke enquête onder de leden van de Koninkijke Nederlandse Golf Federatie. Aan al die voorwaarden wordt ruimschoots voldaan, dat merk je als je op een zonnige ochtend het golfterrein in Wassenaar op loopt. Groepjes mensen met golfkarren bewegen over glooiende groene grasvelden, tussen groepjes bomen door en langs vijvers omzoomd met wuivend riet en bloeiende plantjes.
Het ziet er idyllisch uit, maar de balans vinden tussen goed natuurbeheer en het spelen van golf is niet eenvoudig, vertelt baancommissaris Erik Herter. “Het is eigenlijk één grote tuin die op bepaalde plekken perfect onderhouden moet zijn, om het spelletje überhaupt te kunnen spelen zoals het bedoeld is, zonder hobbeltjes en dat soort dingen.”

Nul pesticiden
De golfclub heeft in 2016 internationale certificering van de Golf Environment Organisation (GEO) gekregen. Dat betekent dat ze geen pesticiden en bemesting gebruiken, biodiversiteit bevorderen en duurzame milieumaatregelen nemen. Waarom zijn ze overgestapt op duurzaam beheer? Omdat het moet en nodig is, is het korte en krachtige antwoord van Herter. De overheid legt het op voor alle sportterreinen. Ook het bestuur van Rozenstein voelt zich verantwoordelijk om bewust om te gaan met natuur en milieu, mede omdat het terrein tegen de Groene Zone van Wassenaar aan ligt.
“Nul pesticiden”, zegt Herter, “dat is natuurlijk een hele lastige maatregel. We zien het nu, we zijn er al jaren mee bezig. Want je moet zorgen dat je een behoorlijke biodiversiteit krijgt, waardoor je op natuurlijke wijze een golfbaan met topkwaliteit krijgt. Dat is ook nodig voor de GEO-certificering.”

“Het is eigenlijk heel simpel. Veel struiken en bloemen trekken veel insecten aan, en die trekken weer vogels aan. En die vogels eten precies op wat wij niet op de baan willen hebben. Insecten zoals emelten, de larve van langpootmuggen, en vooral engerlingen, de larve van de mei- en junikever, richten heel veel schade aan. Ze slopen het hele terrein.” De vogels eten die schadelijke insecten op en doen daarmee het werk van de pesticiden. “Onze ‘greenkeeper’ (de persoon die de golfbaan en met name de ‘green’ onderhoudt, het zeer kort gemaaide grasoppervlak, red.) zegt vaak: het is een genot om ’s morgens de baan op te komen. Dan zie je bijna een leger spreeuwen over zo’n ‘green’ heen trekken, die alles eruit eten. Dat is geweldig om te zien.”

Waterkwaliteit
Aan die soortenrijkdom draagt ook de waterkwaliteit goed bij. Al jaren werkt de golfclub nauw samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland. “Het water op het golfterrein staat in open verbinding met het water in de verdere polder”, vertelt procesleider Mike Dijkstra. “Bij het maken van het watergebiedsplan betrokken we dus ook de golfclub. Er was meteen een klik, en omdat zij ambities hadden voor GEO-certificering hebben we een waterkwaliteitsplan gemaakt. Een van de belangrijkste maatregelen daarbij was om het inlaatpunt van het water dat uit het duin komt, te verleggen.” Voorheen stroomde het schonere duinwater namelijk eerst door het landbouwgebied, nu gaat het juist andersom, via de golfbaan verder de polder in naar het landbouwgebied. “Dat heeft al meteen effect laten zien. De gehalten van voedingsstoffen gingen omlaag. Daarnaast heeft de golfclub zelf natuurvriendelijke oevers aangelegd. En alle vijvers zijn twee jaar geleden uitgebaggerd. Dat heeft enorm veel effect, dat kun je ook zien. Het water is helder en er is volop begroeiing. Daarvoor was het gewoon bruin, troebel water, met nauwelijks een plantje. Er ontstaan nog wel plaatselijk algen en flap, maar de hoop is dat we daar nog verbetering in gaan zien.”

Stroming
Als we even later bij hole 1 het terrein op lopen, komen we al snel bij de eerste vijver. Dijkstra wijst meteen een school rietvoorntjes aan. “Dat zijn vissen die van helder water houden.” Inderdaad kun je de bodem zien en de waterplantjes die er groeien. Bij de volgende waterplas die we bezoeken, is dat niet het geval. “Hier zit veel blauwalg”, ziet Dijkstra. Als het goed is, staan alle plassen met elkaar in verbinding en stroomt het water dus door. Dijkstra en Herter hebben het plan om bij de inlaat een dam aan te leggen waardoor het duinwater nog beter over het terrein stroomt, zodat het hele terrein er meer profijt van heeft en er meer doorstroming ontstaat. Dat moet het probleem van de algen dan ook oplossen.
Dijkstra benadrukt hoe blij Rijnland is met de samenwerking. “Wij zijn natuurlijk waterkwaliteitsbeheerder, maar we kunnen het niet alleen. Wij moeten het hebben van de samenwerking en van het enthousiasme van dit soort clubs. Het is een heel mooi voorbeeld van de bewuste manier waarop er met het water en de natuur wordt omgegaan. En we hopen ook dat dit voorbeeld bij meer golfclubs gevolg gaat krijgen.”

Uitleggen
Golfclub Rozenstein ging zelf al te rade bij andere clubs en geeft nu hun collega’s desgevraagd advies. “Uiteindelijk wordt het een must voor iedereen,” zegt Herter.
Lopend over een stuk waar het groen hoger staat dan op de strakgemaaide ‘greens’ en ‘fairways’, met daarin bloeiende plantjes: “Onze leden begrijpen soms niet waarom er dit soort plekken zijn. Ze willen dat we dat allemaal weghalen, want anders kunnen ze niet meer spelen. Dat moet je uitleggen.” Dat doen Herter en de ‘greenkeepers’ dan ook, al jaren en met succes. Niet alleen begrijpen de golfers inmiddels dat het nodig is, maar ze zien ook met eigen ogen het resultaat, dat er meer vogels zijn en het water helderder is. Blijven communiceren met je leden is een belangrijk advies voor andere clubs die samen met de natuur gaan werken.

Ecozones
Plekken waar bijzondere plantjes zoals orchideeën groeien, zijn afgezet met rood-groene paaltjes. In deze ecozones mag niemand komen, je mag er zelfs je golfbal niet uit vandaan harken. Dat roept bij veel spelers vragen op, merkt Herter. “Een golfbal, dat is voor een golfer ongeveer een diamant. En zeker als je hem ziet liggen en je kunt er niet bij, grotere frustratie kun je niet hebben. Maar goed, het is een proces. We hebben het er vaak over, om duidelijk te maken wat we aan het doen zijn.”

Begin met tellen
“Veel clubs hebben er moeite mee, maar je moet juist bij de natuur beginnen,” vindt Herter.
Het begint met heel simpel tellen. Vogels, insecten en planten tellen en inventariseren. Bij Rozenstein helpen veel vrijwilligers, die vaak ook verstand hebben van de natuur, daaraan mee.
Een andere tip is: heb geduld. “De uitdaging is, dat het tijd kost als je stopt met pesticiden. Je ziet dan echt een enorme dip ontstaan. Maar de patiënt sterkt nu wel weer aan. Bepaalde delen van het terrein moeten optimaal zijn voor het spel, in de aankleding zit ruimte voor biodiversiteit. We zijn een golfclub en we worden geen vlinderclub. We moeten zoeken naar een goede balans. Dat er voldoende ruimte overblijft voor het spel, maar ook voor de natuur. Dat is de weg die we aan het volgen zijn.”

Verbinding met NPHD
Herter is blij met de samenwerking binnen NPHD. “Het is natuurlijk erg mooi dat wij onderdeel uitmaken van NPHD. Het is goed om dat aan de leden te communiceren voor hun bewustwording.” De gemeenschappelijke boodschap maakt het verhaal krachtiger en de verbindende rol die NPHD speelt vindt hij een meerwaarde. Die verbinding ziet hij ook graag fysiek gebeuren: “Er is hier fantastisch veel diversiteit van klein wild. Er lopen reetjes, vossen en ontzettend veel hazen rond. Het zou natuurlijk prachtig zijn als je ergens een tunnel of zoiets zou kunnen creëren, een fysieke verbinding met NPHD, waardoor dat klein wild ook ons terrein op en af kan. Dat zouden we heel graag willen.”
De soortenrijkdom, zowel van plant als dier, is flink toegenomen, waarbij de vogels het meest zichtbaar zijn. Zo zijn er valkennesten op het terrein en ook ijsvogeltjes komen voorbij. Herter laat een foto zien van een ijsvogeltje op een markeringspaal van de golfbaan. “Een fantastische foto. Daar geniet iedereen van. Dus ja, we zijn er zeker trots op.”

Nieuwsoverzicht

Andere nieuwsberichten

Nieuwsoverzicht